GWF Hegel
Hegel, Georg
Wilhelm Friedrich (Stuttgart 27 aug. 1770 – Berlijn 14 nov. 1831).
Duitse filosoof
Hegel die vooral bekendheid verwierf door zijn uitwerking van de methode van de
dialectiek.
Hegel werd geboren in een
orthodox-protestants ambtenaarsgezin, bezocht het gymnasium te Stuttgart en
studeerde van 1788 tot 1793 filosofie en theologie te Tübingen. Tijdens zijn
studie raakte hij bevriend met Hölderlin en Schelling, bij wie hij een filosofische
overeenkomst vond. Nadat hij was afgestudeerd, werd Hegel enige tijd
privé-leraar te Bern. Hölderlin bemiddelde zodat Hegel een baan vond te
Frankfurt. Vooral in Bern en Frankfurt hield hij zich bezig met theologische en
politieke problemen. De overdenkingen hierover zijn terug te vinden in enkele,
vooral onvoltooide en niet gepubliceerde geschriften. Pas in 1801, toen hij
zich in Jena als ‘privaatdocent’ vestigde om er een universitaire loopbaan te
gaan volgen, verscheen zijn eerste publicatie. Vanaf 1805 werd hij er
buitengewoon hoogleraar en gaf, samen met Schelling, het Kritisches Journal für
Philosophie uit. Hiervoor schreef hij verschillende artikelen, maar zijn
voornaamste werk was het ontwerpen van zijn ‘systeem‘, dat geleidelijk, ook in
zijn colleges, gestalte kreeg. Hegel schreef in 1807 zijn beroemde werk de
Phänomenologie des Geistes. Hierin probeert hij een stelsel te vormen waar door
een dialectisch proces de absolute werkelijkheid gekend kan worden. Binnen dit
stelsel zijn waarheden opgebouwd uit tegenstellingen, die vervolgens ook uit
tegenstellingen zijn opgebouwd (These+Antithese=Synthese=These+Antithese,
enz.). Wil een mens de gehele werkelijkheid kennen, dan moet hij behalve de
werkelijkheid in al haar details, ook zichzelf kennen. Vlak voor de publicatie
had Hegel Jena verlaten om de redactie van de Bamberger Zeitung op zich te
nemen. Vanzelfsprekend gaf hem dit de gelegenheid zich nog meer met de
actualiteit bezig te houden. In 1808 werd hij benoemd tot rector van het
gymnasium te Neurenberg, waar een van zijn voornaamste taken het onderwijs in
de filosofie was. Uit deze vorm van onderwijs is later zijn overzicht over de
gehele filosofie in zijn Enzyklopädie geresulteerd. In Neurenberg trouwde hij
met de ruim twintig jaar jongere Marie von Tucher, uit welk huwelijk drie
kinderen werden geboren. Bovendien nam hij zijn in Jena geboren onwettige zoon
in zijn gezin op. In 1816, nadat zijn Logik in drie delen al verschenen was,
werd hij hoogleraar in Heidelberg en twee jaar later in Berlijn. Hier overleed
hij als slachtoffer van een cholera-epidemie.
Hegel betekende onnoemelijk veel voor de
filosofie (en de politiek). Zijn invloed is uitermate groot en onmiskenbaar op
nagenoeg alle terreinen. Het syntheïsme (streven naar compromissen) is
gebaseerd op zijn dialectische theorieën. Karl Marx word beschouwd als een van
Hegel’s belangrijkste volgelingen. Als antithese op het kapitalisme schreef hij
Das Kapital. In geen geval is Marx overigens aan te duiden als standaard
Hegeliaans. Hegel’s aanhang kent namelijk een duidelijke linker- en
rechtervleugel. Hegel zag als voornaamste taak van de filosofie de
werkelijkheid te begrijpen zoals die is: hij had de vaste overtuiging dat de
wereld, zowel in haar geheel als in haar delen, toegankelijk is voor redelijke
doordenking en begrepen kan worden. Zijn denken kende echter geen echte
waarheden (of onwaarheden). Want alles bleef afhankelijk van perceptie.
Toepasbaar op iedere situatie en daardoor niet in te delen of te benoemen.